Ga naar de inhoud

Wat kun je leren van de wereldberoemde Winnie de Pooh?

Of je nu wel of geen fan bent van het verhaal van Winnie de Pooh in het Honderd Bunderbos, je kent haar ongetwijfeld. En toch weet niet iedereen dat lieve, warrige Pooh-beer en haar vriendjes allemaal een bepaalde mentale stoornis hebben. Dit is mogelijk de extra reden om ontroerd te worden en een impuls om ze beter te willen leren kennen. Ook als het om een betweterige, sombere of angstige persoonlijkheid gaat.

Waar we bij Pooh en haar vriendjes in het bos vertederd raken, wil bij jou op het werk mogelijk de sombere en mopperende “Iejoor” of de springerige, onbezonnen collega “Teigetje” nogal eens op de zenuwen werken. Zit er een irritant “Konijn” achter ons, die zichzelf erg belangrijk vindt of erger je je aan “Pooh” die niet de allersnelste denker is?

Als we elkaars gedrag via diverse inzichten ontdekken, zijn we ook vaak “vertederd”. “Wil jij alsjeblieft minder dominant-rood gedrag inzetten voor mij als helpende-groene?” Of: “ik begrijp dat onafhankelijkheid jouw dominante drijfveer is, maar is mijn drijfveer “loyaliteit” in deze casus niet veel effectiever? En: “ja ik ben me al bewust onbekwaam over mijn vooroordelen en minder empatisch vermogen”. En: “in onze organisatie hebben we bij voorkeur ESTJ-types in ons managementteam”. Echter in het dagelijks met elkaar omgaan, kunnen deze menselijkheden (gedragsvoorkeuren/communicatiestijlen) een stuk minder aantrekkelijk lijken.

Hoe kunnen we elkaar net zo vertederend en aantrekkelijk blijven vinden als Winnie de Pooh en haar vriendjes? Welke 5 tips kun je halen uit hun spel in het Honderd Bunderbos? 

  1. Laat elkaar in zijn of haar waarde. Iejoor kan soms behoorlijk de boel verstieren, maar Pooh en zijn vriendjes blijven hem opzoeken op zijn sombere plek om hem te betrekken bij hun ‘expedities’. Vaak brengt zijn somberheid de anderen juist bij elkaar, in hun missie om hem op te vrolijken.
  2. Wees geduldig. Als Konijn weer eens een oneindig lang verhaal vertelt, en Pooh even afdwaalt – ‘ik heb wel geluisterd, maar ik had een pluisje in mijn oor’ – begint Konijn gewoon vrolijk opnieuw te vertellen. Konijn vindt het namelijk nooit erg om iets nog eens te vertellen. Knorretje redt de situatie door het verhaal kort samen te vatten.
  3. Doe leuke dingen met elkaar en creëer rust. Pooh, Knorretje, Konijn en Roe vermaken zich regelmatig opperbest door samen liggend op een bruggetje naar het water te staren om te zien wiens er-aan-de-andere-kant-ingegooide-takje, ‘t eerst onder de brug vandaan stroomt. Na het spel blijven ze nog een poos kijken naar de rivier, en zeggen niets, “en de rivier zei ook niets, want die voelde zich heel rustig en vredig op die middag”.
  4. Maak samen het beste van een vervelende situatie. Als Pooh na het eten van teveel honing een week vast komt te zitten in de deuropening van het holletje van Konijn, leest Janneman Robinson zijn bovenkant een versterkend verhaaltje voor. Binnen gebruikt Konijn de achterkant van Pooh tijdelijk als een handdoekenrekje.
  5. Zoek hulp bij elkaar. Alhoewel Knorretje graag eens de gróte held wil zijn, weet hij dat hij maar een heel klein beestje is. Dus heeft hij bij het vangen van een Flipperdeflap maar wat graag zijn vriendje Pooh naast zich staan. ‘Poeh?’ fluistert Knorretje dan. ‘Ja Knorrie?’ ‘Niks’, antwoordt Knorretje. ‘Ik wilde alleen maar even zeker van je zijn.’

Het waarderen van, en het prettig samenwerken met elkaar, begint met begrip van je eigen en elkaars gedrag, drijfveren en EQ. Maar ook effectief in praktijk brengen van de kennis over jezelf en elkaar is belangrijk. Met effectief bedoel ik o.a. geen aannames doen, niet labelen (in een hokje plaatsen), eerst elkaar begrijpen/dan pas reageren (luisteren-samenvatten-doorvragen), kwetsbaar durven opstellen en oordeel uitstellen. 

De hoofdfiguren:

1.      Winnie de Pooh (een schattige teddybeer die obsessief veel honing eet). Behalve een eetstoornis, wil ze altijd alles tellen (OCD?) en komt altijd aandacht tekort. Het is een vrolijke rommelkont, een warhoofd, een twijfelaar, zegt willekeurige dingen en lijkt een beperkt kortetermijngeheugen te hebben. Dit zijn allemaal eigenschappen die het beertje hartstikke lief maken met deze vorm van ADHD (focus op aandacht)

2.      Knorretje (een klein, vaak bang paars-roze biggetje). Knorretje is een jongetje dat zich constant zorgen maakt om alles en hij vreest het ergste in elke situatie. Hij heeft veel angst en stress en stottert wanneer hij spreekt. Op basis van de verhaallijn lijkt het erop dat dit door een irrationele angst wordt veroorzaakt; Knorretje belichaamt hiermee het angstige type. 

3.      Kanga (een kangoeroe en moeder van Roe). Die helemaal geobsedeerd is in het beschermen van haar kind Roe en er niet van houdt om (verplicht) te socialiseren met anderen, lijkt een sociale angst te hebben.

4.      Roe (een jonge kangoeroe, Kanga is zijn mama). Ondanks de obsessieve zorgen van zijn moeder Kanga, bevindt Roe zich altijd in de ondenkbaarste, vaak gevaarlijke situaties en heeft hij dit niet altijd door. Maar als hij bij zijn moeder is, dan blijft hij vooral stil, alsof hij afgesloten is van zijn omgeving. Dit zijn signalen die passen binnen het autistisch spectrum. 

5.      Konijn. Konijn is de orde en control freak, die in paniek raakt, wanneer iets niet gaat, zoals hij het voorgesteld of gepland. Hij raakt in paniek als ze door zijn tuintje rennen; duidelijke symptomen van een obsessieve-compulsieve stoornis (oftewel OCD).

6.      Tijgetje (een drukke stuiterende tijger). Hij springt in het rond, kan geen moment stil zitten en hij steekt geen moeite in opmerkingen die hem niet aangaan en onderbreekt in zijn enthousiasme soms mensen. Een andere vorm van ADHD, de hyperactieve vorm, is tekenend voor de beste vriend van Winnie de Pooh.

7.      Iejoor (een sombere ezel die veel pech heeft). Het is onmogelijk om hem aan het lachen te krijgen. Het beroemde ezeltje is altijd sip en ongelukkig, een niet meer te redden pessimist die duidelijk een depressie onder de leden heeft.

8.      Uil (een verstrooide uil). Hij is ontzettend slim, maar heeft ook dyslectie. Hierdoor leest en schrijft hij de dingen volledig verkeerd in de films en boeken. Maar daar blijft het niet bij. Hij breekt in elke situatie in, waarbij hij een buitensporig en soms ongepast zelfvertrouwen aan de dag legt, dat vaak uitmondt in arrogantie. Duldt geen tegenspraak en het lijkt veel meer een teken van diepgelegen onzekerheid, maar wat zich uit als een narcistische persoonlijkheid. Hij vindt alle andere dieren in het Honderd Bunderbos maar dom.

9.      Janneman Robinson (een jongen en eigenaar van de knuffels). Eigenlijk zijn alle dierlijke personages uit het Honderd Bunderbos, net als de talloze situaties waarin zij een rol spelen, allemaal het product van zijn verbeelding. Hij praat met knuffels, hij ziet dingen die er niet zijn. Daarnaast hoort en gelooft hij deze zelfde dingen ook nog eens. Hoeveel bewijs wil je nog meer of er bij hem sprake is van schizofrenie? Zijn speelgoed, alle andere personages, zijn in zijn waanbeelden levend. Daarnaast geeft ieder personage in de kinderboeken of films een gevoel van Janneman weer.

Ik heb gelezen dat de films van Winnie de Pooh gebruikt worden om stoornissen en gedrag te leren begrijpen. Het verhaal in 1926 bedacht door de Britse schrijver Alan A. Milne is door Disney wereldwijd bekend geworden o.a. in tekenfilms en kinderboeken. De schrijver Alan Alexander Milne is uitsluitend bekend om de verhalen van de gele beer en haar vriendjes. Het verhaal ging in feite over de knuffelbeer van zijn zoon Christopher Robin; eigenlijk speelt zijn zoon ook gewoon een rol in de boeken. In het Nederlands vertaald als Janneman Robinson.

Voor mij gaat het er uiteindelijk om in hoeverre jij je bewust bent wat er gebeurt bij jouzelf in interacties. Ook als je zelf te maken hebt met angst of overtuigingen (qua type/stijl/kleur/ras/seksuele geaardheid etc.), een stoornis of (verslavend) gedrag.

In hoeverre neemt de ander de moeite om jouw gedrag te willen begrijpen, zonder er een etiket op te plakken, dus zonder te labelen? Alleen als de ander jou wil begrijpen en doorgronden, zodat jij jezelf kunt zijn met al jouw eigen – aardigheden. Andersom natuurlijk ook: dat jij gebruik maakt van de kennis van jouw eigen gedrag, jouw drijfveren, EQ en bovenstaande 5 tips.

Mijns inziens kun je je dan zowel laten vertederen, als jouw irritatie/onbegrip benoemen en met gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de communicatie, jouw gedrag en reactie kiezen.

Ik ben van mening dat échte samenwerking, begrip en verandering ontstaat, wanneer het verkregen (zelf-) inzicht en bewustwording wordt omgezet in het handelen in de dagelijkse praktijk. Dus de ander behandelen zoals je het liefst zelf ook behandeld wilt worden. Dat dit artikel én Winnie de Pooh en haar vriendjes jou laat beseffen dat je een keuze hebt in de mate waarin jij je gedrag inzet en de wijze waarop jij jouw interactie met de ander beleeft.

De uitspraken van Winnie de Pooh en die van de andere dieren zijn niet te evenaren. Vooral het optimisme en geluk die de citaten van Poeh-beer uitstralen, is om zelf vrolijk van te worden. Een van mijn favorieten is het stukje waar Winnie samen met Knorretje door het bos wandelt, tijdens een storm:

“Supposing a tree fell down, Pooh, when we were underneath it?” 

“Supposing it didn’t,” said Pooh after careful thought. 

Piglet was comforted by this, and in a little while they were knocking and ringing very cheerfully at Owl’s door.”